De zonen 'plakken' nogal aan mij, zoals Mosselman het zo mooi kan omschrijven. Laat ons zeggen dat ze graag hebben dat ik in de buurt blijf. Zo in een straal van een meter of drie.
Ik ga dan ook zelden of nooit zonder kinderen de deur uit. Zonder Minimossel (maar dus mét Garnaal) ga ik eens in de paar maanden wel eens een half dagje de stad in, maar Garnaal kan me zo lang nog niet missen. Hij krijgt nog borstvoeding en eet voor het overige niet al te veel, dus ik ben voor hem nog van levensbelang. Niet altijd gemakkelijk, maar het lukt. Al heb ik soms wel echt zin om er eens even, echt heel even, tussenuit te zijn.
Dus toen er vanavond vlak voor het eten even een boodschap gehaald moest worden en Mosselman beschikbaar was om op de kinderen te letten, zag ik mijn kans schoon. Ik zou wel even gaan, met de auto, mijn favoriete cd luid, lekker uit volle borst meezingen, en even geen rekening moeten houden met kindertrommelvliesjes. Heerlijk.
Maar dat was buiten Minimossel gerekend. Hij zag me mijn jas aantrekken en kondigde al aan dat hij mee wou. Mosselman wist hem nog mee te lokken naar de woonkamer om met zijn treintje te gaan spelen, maar ik had de deur nog maar net achter me dicht getrokken toen ik hem de gang op hoorde lopen en in tranen uitbarsten.
En laat dat nu net iets zijn waar ik niet tegen kan: tranen in combinatie met een mijner zonen. Ik wil mijn kinderen gelukkig en onbezorgd zien. Dat wilt niet zeggen dat ze zomaar altijd alles krijgen, materieel gezien dan. Maar knuffels, nabijheid van mama en papa en aandacht, dat wil ik ze niet onthouden.
Minimossel was verdrietig en teleurgesteld. Mijn paar minuten alleen zijn was geen drama waard, dus ik zwichtte en meneertje mocht toch mee. Tien minuten later (hij moest nog een trui aan, en sokken en schoenen, en ik moest hem nog vastgeklikt krijgen in zijn autostoel-met-bijzonder-onhandige-gordels) konden we eindelijk vertrekken.
Ik zette toch maar mijn cd op. En begon wat mee te zingen. Onmiddellijk klonk het: 'Mama, niet zingen, dat is niet mooi.' Nu geef ik toe dat ik misschien geen geboren zangeres ben. Maar ik kan wél wat toon houden (als die toon tenminste niet te hoog of te laag is). En ik heb geen bijzonder onaangename stem. Echt niet.
Maar Minimossel vond het dus niet mooi. De barbaar. Ik moet hem trouwens dringend leren om te spreken met ik-boodschappen. Dat hij het niet mooi vindt, wilt niet zeggen dat het niet mooi is, dat spreekt voor zich.
De muziek luid zetten mocht dan weer wel, daar glunderde hij zelfs van. En zo heb ik stiekem toch wat kunnen meezingen. Maar het was toch niet hetzelfde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten