dinsdag 1 mei 2012

Een peuter aan de borst

Garnaal is intussen twee jaar en drie maanden jong. Hij houdt van liedjes zingen, op het bed springen met grote broer, met zijn loopauto door het huis scheuren en borstvoeding. En hoewel ik hem dat laatste nog met alle liefde geef, vind ik zijn liefde voor mijn melk soms een beetje té.

Ik ben helemaal overtuigd van de vele voordelen van borstvoeding, óók voor een peuter. Ik zie hoe mijn jongste een kind is dat blaakt van gezondheid. Ik zie hoe een borstvoedingsmoment hem enorm helpt als hij zich erg pijn heeft gedaan/met het verkeerde beentje uit bed is gestapt/zichzelf in de weg zit. Ik zie elke middag en avond in bed hoe rustig en vredig hij in slaap valt terwijl hij uit de borst drinkt. Kortom: leve de borstvoeding!

Maar soms zijn er van die dagen dat ik me nog niet mag neerzetten of hij klimt al op schoot om zichzelf aan te leggen. Of van die nachten waarin hij elk uur wel een slokje wilt. En eerlijk is eerlijk, ik voel intussen toch wel wat schroom om mijn peuter in het openbaar nog borstvoeding te geven. Garnaal heeft daar geen boodschap aan. En zo schalt er al eens "Garnaal mama drinken!" in een restaurant, in de supermarkt, vanuit de bakfiets of op een familiefeest. Zucht. Waar is de tijd dat hij alleen nog maar zes zei?